Innovatieve oplossingen om goede huisartsenzorg te garanderen
Finus schetst eerst nog even de uitdaging waar de zorg in Zeeland voor staat: “We hebben hier te maken met een dubbele vergrijzing. Dat betekent dat de vraag naar zorg toeneemt, terwijl er een tekort is aan het aantal beschikbare zorgmedewerkers. We willen ook in de toekomst de beste zorg op het juiste moment garanderen. Omdat we niet verwachten dat er méér medewerkers beschikbaar komen – de vergrijzing vraagt eigenlijk om 7.500 extra mensen in de zorg – moeten we met andere oplossingen komen.”
Effectiever telefoonverkeer
Herko vult aan: “Een van de zaken die de huisartsenpraktijken veel tijd kosten, zijn de binnenkomende telefoontjes. Het gaat in Zeeland naar schatting jaarlijks om 1,9 miljoen gesprekken, dat is ruim 95.000 uur aan telefoontjes. Als je daar 10 procent op kunt besparen, is dat echt enorme winst, terwijl dit niet ten koste gaat van de kwaliteit en toegankelijkheid. Daarom is één onderdeel van onze plannen een communicatie-oplossing. Alle huisartsen in Zeeland gaan werken met hetzelfde telefoonsysteem. Daardoor kunnen praktijken makkelijk en snel voor elkaar waarnemen bij uitval. Ook heeft dit systeem opties voor video-bellen, chatten en is er een terugbelfunctie. Dat is een belangrijke service voor onze patiënten – zo staan ze niet nodeloos in de wacht.”
Nog innovatiever zijn de plannen voor inzet van digitale zelftriage van ‘Moet ik naar de dokter?’. “Daarmee beantwoorden patiënten voorafgaand aan hun contact met onze assistenten een aantal korte vragen. Dat kan via het patiëntenportaal of de website van de huisarts. Door hun zorgvraag goed te formuleren, zijn ze bewuster bezig met hun klacht. Dit vergroot hun betrokkenheid en zelfredzaamheid. Er zijn twee mogelijke uitkomsten bij een zelftriage. De eerste optie is dat je op basis van je ingevoerde klachten niet direct naar de huisarts hoeft. Dan krijg je een goed zelfzorgadvies. Als je wel contact op moet nemen, dan wordt de informatie die je hebt ingevoerd alvast gedeeld met de praktijk. Op het moment dat de assistent de patiënt aan de lijn krijgt, is er al een compleet beeld van de klacht. Het gesprek wordt daardoor effectiever en persoonlijker. Zo houden onze assistenten tijd over voor andere patiënten.”
Investeren in digitale vaardigheden
Dit vergt uiteraard een andere manier van communiceren; zowel voor de patiënt als het zorgpersoneel. Finus: “We gaan daarom investeren in digitale vaardigheden. Natuurlijk worden onze assistenten getraind om goed te kunnen werken met alle nieuwe tools. Patiënten die nu nog niet digitaal vaardig zijn, gaan we daarbij ondersteunen. Bijvoorbeeld door nauw samen te werken met de bibliotheken in Zeeland, die diverse cursussen aanbieden op dit vlak. Of door patiënten in contact te brengen met de Helpdesk Digitale Zorg. Daar leren patiënten te mailen of te videobellen met hun huisarts.”
Betrouwbaar advies
Door te kiezen voor digitale zelftriage, krijgen patiënten toegang tot een veilige en betrouwbare tool. Herko: “Nu zoeken ze vaak antwoord op hun medische vragen via Google. Met dit systeem geven we ze een vertrouwd zorgadvies, van hun eigen huisarts. We zijn nu aan het onderzoeken of ook de Zeeuwse apotheken kunnen aansluiten, want zo’n 10 procent van de vragen gaan over medicatie. Eind dit jaar hopen we alle 91 Zeeuwse praktijken op Vcare aangesloten te hebben – zo heet het systeem waarvoor we hebben gekozen.”
Voor Finus is het uitrollen van deze plannen een belangrijke stap om de Zeeuwse patiënten toegang te kunnen blijven garanderen tot goede huisartsenzorg. “Dat moeten we met elkaar doen. ‘Samen’ is hierbij echt het sleutelwoord.”
Dit artikel is geschreven door: Marjolijn van Leeuwen, tekstschrijver